Autisme en gamen 6 juni 2018


V.l.n.r.: gameontwikkelaar Hiemstra, ervaringsexpert Stevelmans en gespreksleider Van Egmond.

Autisme en gamen: krachten en valkuilen

Wat voor invloed heeft het spelen van games op kinderen en jongeren met autisme? Moeten ouders de activiteit zien als iets positiefs, of zich juist druk maken als hun zoon of dochter dagelijks uren achter een schermpje zitten? En hoe ga je daarmee om? Over die vragen bogen (ervarings)experts, vaders, moeders en andere geïnteresseerden zich tijdens het autismecafé van woensdag 6 juni.

Dat gebeurde onder leiding van journalist Joost van Egmond, vader van een zoon met autisme, die de rol van gespreksleider voor de gelegenheid op zich nam. Psychologe Mariëtte Spigt, gameontwikkelaar Hobbe Jan Hiemstra en ervaringsdeskundige Ingrid Stevelmans waren eveneens aanwezig om de discussie vanuit verschillende oogpunten te benaderen. De grote opkomst tijdens de avond loog er niet om: het onderwerp speelt bij zowel ouders van kinderen met autisme als jongeren met autisme zelf.

Het vraagstuk bleek al snel een hoop dilemma’s op te roepen. ,,Ik hoor kinderen zeggen dat ze ervan genieten’’, vatte Spigt kernachtig samen. Ouders konden zich daar wel in vinden: gamen is naast een vermakelijke bezigheid, namelijk ook sociaal. Kinderen krijgen via headsets of zelfs met behulp van een simpel toetsenbord de mogelijkheid om met elkaar te communiceren tijdens het spelen, terwijl ze daar in het echte leven wellicht meer problemen mee hebben. ,,Je bent even opgenomen in een andere wereld, een wereld die misschien niet zo heel ingewikkeld is’’, aldus de psychologe. ,,Maar als arts denk ik: kom jij nog wel buiten? En hoe zit het met die zo belangrijke rust, reinheid en regelmaat?’’

Precies op die vraag ging de discussie verder. Want hoe maak je als ouder de afweging? Wat is de grens tussen recreatief gamen voor de ontspanning en een gameverslaving? Volgens Hiemstra ligt die grens op het moment dat het te gedwongen wordt. ,,Op het moment dat kinderen niet meer buitenspelen, ben je een grens voorbij’’, betoogde hij. Een moeder uit de zaal herkende zich daarin. Toch hoeven niet alle alarmbellen meteen te gaan rinkelen als een kind veel gamet, meende zij. ,,Mijn zoon deed het dag en nacht, maar op een gegeven moment kwam er een heel mooi meisje langs’’, lachte ze. ,,Dan gaat het vanzelf ook weer over.’’

Een andere moeder voorzag de aanwezigen van een nog bruikbaarder advies. ,,Mijn zoon speelt veel World of Tanks. Ik heb dat als principe genomen om hem te leren hoe hij naar de supermarkt moet gaan.’’ Tijdens een bezoekje aan de winkel met haar 29-jarige zoon, doet ze alsof ze in het spel zit. ,,Ik zeg bijvoorbeeld voor de gein: enemy spotted, zoals ze dat ook in het spel doen.’’ De methode werkt zo goed, dat de ze het op meer zaken in het leven is gaan toepassen, bijvoorbeeld op het bereiden van eten. ,,In de game heeft hij de controle, maar dat valt dood als hij in de echte wereld is. Dus probeer ik die zaken te combineren.’’

Tijdens het autismecafé werd daarnaast een ‘leerzaam spel’ gepresenteerd – een zogenoemde ‘serious game’ – ontwikkeld door onder meer spelbouwer Hiemstra. Samen met andere ICT’ers en professionals uit de gezondheidszorg maakte hij ‘KickAss’, een game die zich in het bijzonder richt op kinderen met autisme. Al spelend leren zij hoe ze met verschillende ingewikkelde situaties in het dagelijks leven kunnen omgaan en hoe ze het best op anderen kunnen reageren. Door taaie, sociale conventies in een hip jasje te gieten, krijgt het gamen een extra functie.

Naderhand praatten de ouders en sprekers onderling nog even na over eigen ervaringen onder het genot van een kop koffie of thee. Ook op dat moment werden de nodige adviezen nog volop gedeeld. Met een hoop inspiratie en creatieve ideeën trokken de aanwezigen tot slot tevreden huiswaarts.